Aman Geld 13.05.08 (JC) Foto: cea + via Flickr CC BY 2.0
B
ij het bestuderen van de boeken van
Silvio Gesell viel het de econoom
Bernd Senf op dat er een verbluffende overeenkomst was met het werk van
Schauberger en
Reich. Gesell schrijft over een heel ander onderwerp dan de andere twee, nl. over geld en over de economie. Maar de manier waarop hij schrijft komt overeen. Het stromen van geld wordt in onze maatschappij evenzeer geblokkeerd als het stromen van water in de natuur en levensenergie in de mens. Met dezelfde soort destructieve gevolgen.
Vrij stromend geld
In een complexe economie die op arbeidsverdeling berust, is vrij stromend geld een essentiële voorwaarden om de geproduceerde goederen bij de (eind-)gebruikers te krijgen. Met de succesvolle verkoop van goederen stroomt geld naar de producent terug dat hij nodig heeft om zijn kosten te dekken en om andere goederen te kopen die hij zelf niet produceert maar voor zijn productieproces en voor zijn eigen levensonderhoud nodig heeft.
Stromend geld is een noodzakelijke voorwaarde voor de bescherming van het materiële levensonderhoud van alle deelnemers aan de economie en is als zodanig levens- en welvaartsbevorderend.
Net zoals de levensenergie in een organisme de cellen onderling verbindt, verbindt het stromende geld de deelnemers van een op arbeidsspecialisatie gebaseerde maatschappij aan elkaar tot een complex geheel. Het continue stromen is de noodzakelijke voorwaarde voor haar goed functioneren. Maar deze kwaliteit verandert in haar tegendeel en wordt destructief wanneer onder druk van het heersende geldregime het stromen geblokkeerd wordt doordat het geld wordt opgepot.
De blokkade van opgepot geld
Gesell heeft –lang voor Keynes- vastgesteld dat vermogenden (die veel meer geld bezitten dan voor hun consumptie nodig is) er rationeel gezien belang bij hebben om hun geld op te potten en het daarmee aan de economische kringloop te onttrekken. Ten eerste omdat geld niet bederft in tegenstelling tot de meeste andere goederen. Ten tweede omdat ze met dit geld kunnen speculeren en op die manier nog meer geld kunnen verdienen.
De rijken laten dit opgepotte geld alleen dan weer de economie binnenvloeien wanneer hen een dermate groot rendement geboden wordt dat ten minste opweegt tegen de hoogte van het rendement/ winst op speculatie en dat mogelijk nog zelfs overtreft: rente.
Omdat de andere deelnemers aan de economie (ondernemers, huishoudens, overheid) noodgedwongen dringend om het doorstromen van dit geld in de vorm van krediet verlegen zitten, kunnen de geldbezitters van hen -wettelijk toegestaan- rente eisen. Is de geboden rente voor de geldbezitters hoog genoeg dan zal de door het oppotten opgetreden geldblokkade meer of minder worden opgelost.
Geldsyndroom
Maar deze geld-oppot-blokkade met rente verdrijven lijkt op het wegjagen van de duivel met Beëlzebub: het wordt op den duur nog erger. Want het rente-systeem leidt tot een “monetaire vicieuze cirkel van een exponentieel toenemende geldhoeveelheid en een evenzeer exponentieel toenemende hoeveelheid schuld” (Helmut Creutz), waardoor vijf crisistendensen optreden die zich als een kankergezwel uitbreiden: een economische crisis, een milieucrisis, een sociaal-maatschappelijke crisis, een overheidscrisis en een Derde Wereldcrisis (Helmut Creutz heeft deze vorm van ziekte van het sociaal organisme “geldsyndroom” genoemd).
Indamming
De gebruikelijke manier om met deze problemen om te gaan, is een steeds verder toenemende hardhandige indamming van de negatieve sociaal-maatschappelijke gevolgen (zoals werkloosheid en criminaliteit) en een poging de symptomen te ‘genezen’ (bijv. door een innerlijke en uiterlijke herinrichting van de staat met bewapening als werkgelegenheids-programma). Kortom door een toenemende pantsering van het sociaal-maatschappelijke organisme.
De productieve krachten worden in steeds stardere structuren geperst. Het gevolg is dat de onderdrukte symptomen op andere plaatsen des te heftiger zullen doorbreken: als een geleidelijk proces van stolling van het sociaal-maatschappelijke organisme en/of als een collectieve geweldsontlading naar buiten tegen objecten van haat die met de oorzaak van de crisis helemaal niks te maken hebben.
Hebben we het niet gewoon over hetzelfde? ‘Oppotten’ staat hier ook voor geld dat aan de reële economie wordt onttrokken en de financiële markten in gaat. Daar kunnen vermogenden absurde winsten behalen (overaccumulatie, toegeëigende meerarbeid). De reële economie waar de waarde wordt gecreëerd, bloedt zo langzaam dood. Herverdelen zou idd een vredelievende oplossing zijn. We kunnen ook zorgen voor een economie waarin het van meet af aan onmogelijk is om je de meerwaarde die andere mensen produceren toe te eigenen. Dwz. de productie organiseren via coöperaties waar evt. winsten worden verdeeld over de medewerkers en daarnaast zorgen voor geld waar geen rente over gerekend wordt en waar niet mee gespeculeerd kan worden. Daarvoor is het alternatieve geld wat Silvio Gesell voorstelt heel geschikt.