De uitvinders van de homeopathie waren niet gelukkig met de reguliere geneeskunde van hun tijd. Ze zochten naar een beter werkend alternatief en dat vonden ze in het gelijksoortigheidsbeginsel. Similia similibus curentur (het gelijke wordt door het gelijkende genezen). Een ziekte kan genezen worden door een middel dat bestaat uit een verdunde oplossing van een stof die dezelfde symptomen veroorzaakt als de ziekte.
Similia similibus curentur
UITGELICHT, 19/12/2016
Samuel Hahnemann
S
inds een half jaar studeer ik homeopathie. Ook voor mij geldt dat ik kritisch ben over de reguliere geneeskunde. Homeopathie is een geweldig alternatief. Als het goed wordt gepraktiseerd is het heel effectief, goedkoop en ook veilig. In tegenstelling tot de reguliere geneeswijze kent het geen bijwerkingen. Als je met onbegrepen klachten zit of je komt in het standaard circuit niet verder, is het zeker een idee om eens een homeopaat te consulteren. Omdat ik er zo enthousiast over ben zal ik komende tijd af en toe over dit onderwerp schrijven. Als je de achtergrond kent begrijp je het beter, daarom als eerste een stukje geschiedenis. Interessant om te weten hoe de homeopathie is ontstaan en wat het werkingsprincipe is: Similia similibus curentur (het gelijke met het gelijkende genezen).
Het begin van de homeopathie
De geneeskundige Paracelcus (1493-1541) had al voorwerk gedaan, maar de grondlegger van de homeopathie zoals we die vandaag de dag kennen is Samuel Hahnemann (1755-1843). In 1779 studeerde hij af als arts, maar al tijdens zijn studie ging hij twijfelen over het nut van de geneeskunde zoals hij die leerde.
Al tijdens zijn studie ging hij twijfelen over het nut van de geneeskunde
Hahnemann ging in eerste instantie toch vol goede moed als geneeskundige aan de slag, maar al snel raakte hij definitief gedesillusioneerd. Aderlaten, klysma's, hete ijzers, grote hoeveelheden chemicaliën, opwekken van braken en zweten, Spaanse vliegenpleisters, het plaatsen van bloedzuigers ... Het maakte de zaak vaak alleen maar erger.Vanaf 1784 stopte hij daarom met zijn praktijk. Hij besloot les te gaan geven en medische en scheikundige boeken te vertalen om de kost te verdienen. Door het vertaalwerk kreeg Hahnemann een brede kennis van de medische en scheikundige wetenschap van die tijd en raakte hij op de hoogte van de nieuwste ideeën.
Similia similibus curentur
In 1790 vertaalde Samuel Hahnemann de Materia Medica van William Cullen, een verzameling medische informatie over geneesmiddelen. In dit boek stond bij Kinabast (China officinalis) vermeld dat het goed hielp bij het bestrijden van malaria. Hahnemann was zeer geïnteresseerd en hij vroeg zich af waarom dit middel zou werken. Hij besloot om Kinabast op zichzelf uit te proberen. Al snel kreeg hij koorts en krampen, de symptomen van malaria. Daardoor kwam Hahnemann op het idee dat Kinabast hielp bij het bestrijden van malaria doordat het bij gezonde mensen dezelfde symptomen opwekt.
Hij besloot om Kinabast op zichzelf uit te proberen
Zo ontstond een vermoeden van wat later het eerste principe van de homeopathie zou worden: similia similibus curentur, het gelijke met het gelijkende genezen. Rond deze tijd ontmoette Hahnemann ook een familie waarvan iedereen roodvonk kreeg behalve een zoon die een drankje dronk waarin Wolfskers (Belladonna) zat. Omdat Wolfskers dezelfde soort klachten kan veroorzaken als bij roodvonk voorkomen zou het wel eens kunnen dat hij om die reden geen klachten kreeg. Een bevestiging van het principe. Geneesmiddelenproeven
Maar de similia similibus curentur hypothese moest nog verder getest worden. Daarom ging Hahnemann proeven doen met andere middelen om te kijken wat het effect was op gezonde mensen. Eerst testte hij de middelen op zichzelf en zijn familie, maar later hielpen ook andere mensen hem met de geneesmiddelproeven.
Daarnaast ging Hahnemann beschrijvingen van vergiftigingsgevallen verzamelen om hieruit informatie te halen. Telkens werd de hypothese bevestigd. In 1796 schreef hij een artikel over het principe wat hij had gevonden: similia similibus curentur.
De vraag die bij de proeven telkens terug kwam was hoe je (de soms giftige) geneesmiddelen kunt testen zonder dat mensen ziek worden of erger. Hahnemann besloot de middelen te verdunnen. Naast het verdunnen, begon hij de middelen ook te schudden. Dit is later potentiëren gaan heten.
Hahnemann was onbevooroordeeld, hij liet zich alleen leiden door de resultaten van zijn experimenten
Bij deze experimenten ging Hahnemann soms zo ver met verdunnen dat er vrijwel geen oorspronkelijke stof meer aanwezig was. Maar de werking bleef wonder boven wonder intact. Hahnemann was onbevooroordeeld, hij liet zich alleen leiden door de resultaten van zijn experimenten. Zoals een echte wetenschapper betaamt.In 1792 had hij een psychiatrische patiënt dhr. Klockenbring onder behandeling. Hahnemann nam niet zijn toevlucht tot (stok of zweep)slagen, vastbinden, onderwerpen of het voorschrijven van giftige stoffen zoals in die tijd gebruikelijk was. Hij observeerde zijn patiënt en behandelde hem met één van zijn verdunningen. Met goed gevolg: Klockenbring genas.
Organon
Hahnemann boekte meer van dit soort successen. Steeds meer mensen raakten geïnteresseerd in zijn methode. In 1800 besloot hij les te gaan geven in zijn nieuwe geneeskunde, de homeopathie. In 1810 kwam de eerste editie van zijn boek Organon van de rationele kunst van het genezen uit. De titel benadrukte dat zijn therapie gebaseerd was op rationeel denken. De term 'organon' betekent methode (voor het overdragen van kennis) of een systeem van principes. In de Organon staan de regels en principes van de homeopathie.
Materia Medica Pura
Het volgende belangrijke werk dat Samuel Hahnemann publiceerde was zijn Materia Medica Pura. De term 'materia medica' betekent medisch materiaal (een verzameling van medische informatie van geneesmiddelen) en de toevoeging pura geeft aan dat het puur (zuiver, eerlijk, echt) is. Dit boek was de eerste verzameling informatie over geneesmiddelen die gebaseerd was op geneesmiddelproeven. Voor die tijd speculeerde men veel over stoffen en hun mogelijke werking en waren de beschrijvingen gebaseerd op aannames en niet op een of andere vorm van testen.
Daarentegen baseerde Hahnemann zich op de geneesmiddelproeven en de vergiftigingsverschijnselen die hij had bestudeerd. De symptomen die bij de verschillende middelen beschreven stonden waren dus ook daadwerkelijk door de middelen geproduceerd en konden door het gelijkheidsprincipe gelijksoortige klachten genezen.
Epidemieën
In de tijd dat Samuel Hahnemann leefde heersten meerdere epidemieën waardoor veel slachtoffers vielen. Toen kon Samuel Hahnemann laten zien dat homeopathie ook in grote aantallen werkte. Tijdens een roodvonk epidemie in 1800 zag hij dat de verschillende patiënten vergelijkbare symptomen hadden en besloot hij mensen met Belladonna te behandelen. Zijn aanpak had succes.
In 1813 heerste een grote tyfus epidemie. Hahnemann behandelde 180 patiënten waarvan slechts 2 oudere patiënten stierven. Ten opzichte van zijn collega's die met reguliere geneeskunde de patiënten behandelden was dit aanzienlijk beter.
Een bijzonder goed resultaat was te zien tijdens de cholera epidemie rond 1831: ongeveer 40-80% van de patiënten behandeld door de reguliere geneeskunde stierven ten opzichte van 5-10% van de homeopathisch behandelde patiënten.
De genezingen waren mogelijk dankzij de studie van Samuel Hahnemann die in staat was om te bepalen welke middelen nodig waren zodat zijn homeopathische collega's verspreid over Europa adequaat konden reageren.
Vergelijkbare resultaten werden in latere epidemieën geboekt waarbij onder homeopathische zorg soms wel tot tien keer minder patiënten overleden dan met de reguliere geneeskundige behandeling.
Oppositie
In 1812 verhuisde Samuel Hahnemann voor de derde keer naar Leipzig. In die tijd was dat een belangrijke stad op het gebied van de medische wetenschap. Hij wilde daar mensen gaan behandelen, les geven en zijn ideeën verder uitwerken. Al vrij snel kreeg hij het aan de stok met de lokale apothekers omdat die veel geld konden verdienen aan de grote hoeveelheden 'medicatie' die in die tijd werden voorgeschreven.
De lokale apothekers en artsen waren niet gelukkig met de concurrentie van Hahnemann
Binnen de homeopathie worden echter maar een paar korreltjes gebruikt en zijn er geen grote hoeveelheden grondstof nodig. Daarbij kwam dat Samuel Hahnemann zijn homeopathische middelen ook nog zelf ging maken omdat de lokale apothekers niet voldoende kennis hadden van de homeopathische bereidingswijze van middelen en vaak niet betrouwbaar genoeg werkten. Ook de lokale artsen waren niet gelukkig met de concurrentie van Hahnemann. Maar het was ook een beetje zijn eigen schuld dat hij in oppositie kwam met de artsen en apothekers omdat hij tijdens zijn lessen vaak zijn onvrede en minachting voor de reguliere geneeskunde op een behoorlijk ondiplomatieke manier uitte. Het resultaat was dat hij in 1821 weer uit Leipzig weg moest omdat hij geboycot werd en boetes zou krijgen als hij zijn werk zou voortzetten.
Chronische ziekten
Hahnemann bleef zijn hele verdere leven in verschillende Europese steden (o.a. Parijs) geneesmiddelen testen, patiënten behandelen en lesgeven. Hij schreef nog een belangrijk boek, de Chronische ziekten. Het zat hem namelijk dwars dat ondanks dat mensen genazen van hun klachten ze later vaak toch weer klachten terug kregen. Door te experimenteren met zijn patiënten ontdekte hij een systeem bij mensen die chronisch ziek waren en een mogelijkheid om hier zo goed mogelijk mee om te gaan.
Verspreiding homeopathie
Tijdens het leven van Samuel Hahnemann verhuisden sommige studenten en geïnteresseerden naar het buitenland. Op die manier werd homeopathie verspreid naar andere landen en continenten.
In een volgend artikel komt één van Hahnemanns opvolgers aan bod: Constantine Hering die de homeopathie groot maakte in Amerika.
Bron
Klassieke homeopathie, Rob Willemse, Geschiedenis en ontwikkeling van klassieke homeopathie
Schrijf een reactie
-
Monique Franssen 20 februari
Mooi om dit te lezen,gelukkig staan er steeds meer mensen open voor homeopathie