Alles wat we met onze arbeidskracht tot stand brengen zal op termijn vergaan, alleen het geld niet. De geldbezitter heeft daardoor een privilege ten opzichte van alle anderen: hij kan rustig afwachten. Hij loopt binnen zonder daar iets voor te hoeven doen, want hij vangt de rente of de winst over zijn financiële producten toch wel.

Maar door op het geld te gaan zitten, valt de geldomloop stil en daardoor wordt ook de economische kringloop verstoord. Dat werkt crises in de hand. Geld moest volgens Gesell 'vrij' gemaakt worden en net zo vergankelijk worden als de dingen. Daardoor zou het gelijkmatig en zonder obstakels kunnen stromen en zo de economie van het noodzakelijke 'bloed' voorzien.

Dit rentevrije geld noemde Gesell vrij-geld (Freigeld). Het zou jaarlijks enkele procenten aan waarde moeten inboeten, niet als inflatie maar op een georganiseerde manier.

Gesell dacht aan papiergeld met coupons die op bepaalde vervaldagen letterlijk zouden vervallen. Op rekeningengeld zou een 'minwaarde' geboekt moeten worden. De bezitter van het geld zal het dan niet meer zo gemakkelijk oppotten.

Geld moet rollen; het moet de mensen dienen, niet beheersen.

Voor de bekende econoom John Maynard Keynes (1883-1946) was Gesell een belangrijke inspiratiebron. De wereld zou volgens Keynes meer van Gesell kunnen leren dan van Marx.

Er zijn verschillende experimenten uitgevoerd met het vrij-geld van Gesell met opmerkelijk succes. In Duitsland vond het 'Wara'-experiment plaats en in Oostenrijk werd de 'Wörgl' in het leven geroepen. Kijk daarvoor de bovenstaande video en meer daarover in het volgende bericht: Vrijgeld was zo succesvol dat het verboden werd

Lees ook: Wikipedia, Silvio Gesell

Meer artikelen over 'vrij-geld' op WvI